Vertalingen voorvallen NL>DE
voorvallen
werkw.
Uitspraak: | ['vorvɑlə(n)] |
Verbuigingen: | viel voor (verl.tijd ) is voorgevallen (volt.deelw.) |
gebeuren -
vorfallen Hij kan zich niet meer herinneren wat er toen is voorgevallen. - Er kann sich nicht mehr erinnern, was damals vorgefallen war. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
voorvallen (ww.) | geschehen (ww.) ; passieren (ww.) ; sich ereignen (ww.) |
het voorvallen | die Ereignisse ; die Vorfälle ; die Zwischenfälle |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `voorvallen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afspelenNL: gebeurenNL: gebeurtenissenNL: geschiedenNL: incidentenNL: omgaanNL: passerenNL: plaats hebbenNL: plaatshebbenNL: plaatsvinden