Vertalingen voortmaken NL>DE
voortmaken (ww.) | eilen (ww.) ; hasten (ww.) ; hetzen (ww.) ; jagen (ww.) ; sich beeilen (ww.) ; wetzen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `voortmaken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanpotenNL: haastenNL: ijlenNL: jagenNL: opschietenNL: overhaastenNL: spoedenNL: zich spoedenUitdrukkingen en gezegdes
NL: maak wat voort!
DE: mach schnell!NL: z.
voortmaken
DE: sich davonmachen, fortmachen