Vertalingen volharden NL>DE
volharden
werkw.
| Uitspraak: | [vɔl'hɑrdə(n)] |
| Verbuigingen: | volhardde (verl.tijd ) heeft volhard (volt.deelw.) |
1) standvastig of koppig volhouden wat je begonnen bent -
beharren , hartnäckig beharren auf , stur bleiben | Ze lachten hem uit, maar hij volhardde. - Sie lachten ihn aus, aber er blieb stur. |
volharden in iets (=iets standvastig of koppig volhouden) - auf etwas beharren
Hij volhardde in zijn zwijgen. - Er schwieg beharrlich.
|
2) standvastig of koppig volhouden wat je gezegd hebt -
beharren , hartnäckig bestehen auf | Hij bleef volharden dat hij haar nooit ontmoet had. - Er bestand hartnäckig darauf, dass er sie nie getroffen hatte. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| volharden (ww.) | andauern (ww.) ; anhalten (ww.) ; ausharren (ww.) |
| volharden | beharren ; durchhalten |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `volharden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanhoudenNL: doorbijtenNL: doorgaanNL: doorzettenNL: persevererenNL: persisterenNL: staande houdenNL: standhoudenNL: vasthoudenNL: volhouden