Vertaal
Naar andere talen: • verordenen > ENverordenen > ESverordenen > FR
Vertalingen verordenen NL>DE
verordenen (ww.) auftragen (ww.) ; beauftragen (ww.) ; befehlen (ww.) ; beherrschen (ww.) ; bekanntmachen (ww.) ; bestimmen (ww.) ; diktieren (ww.) ; erlassen (ww.) ; gebieden (ww.) ; herrschen (ww.) ; kommandieren (ww.) ; regieren (ww.) ; verordnen (ww.)
het verordenendas Anordnen ; das Vorschreiben
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `verordenen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afkondigen
NL: bepalen
NL: beschikken
NL: bevelen
NL: commanderen
NL: decreteren
NL: gebieden
NL: gelasten
NL: opdragen
NL: ordonneren