Vertaal
Naar andere talen: • bevelen > ENbevelen > ESbevelen > FR
Vertalingen bevelen NL>DE

bevelen

werkw.
Uitspraak:  [bəˈvelə(n)]
Verbuigingen:  beval (verl.tijd ) heeft bevolen (volt.deelw.)

dwingend opdragen - befehlen , kommandieren
De agent beval de fietser te stoppen. - Der Polizist befahl dem Radfahrer anzuhalten.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bevelen (ww.) anordnen (ww.) ; auftragen (ww.) ; beauftragen (ww.) ; beherrschen (ww.) ; diktieren (ww.) ; erlassen (ww.) ; gebieden (ww.) ; kommandieren (ww.) ; regieren (ww.) ; verordnen (ww.) ; vorschreiben (ww.)
bevelen (werkw.) befehlen
het bevelendie Verfügung
bevelen befehlen
Bronnen: interglot; Wiktionary; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `bevelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanschrijven
NL: commanderen
NL: decreteren
NL: dicteren
NL: gebieden
NL: gelasten
NL: opdragen
NL: ordonneren
NL: verordenen
NL: verordonneren

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: God(e) bevolen! DE: Gott befohlen!