Vertaal
Naar andere talen: • uitpakken > ENuitpakken > ESuitpakken > FR
Vertalingen uitpakken NL>DE
uitpakken (ww.) auf etwas hinauslaufen (ww.) ; ausarten (ww.)
uitpakken (werkw.) auspacken
uitpakken ausleeren ; auspacken ; entpacken
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `uitpakken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aflopen
NL: onthalen
NL: tekeergaan
NL: uitlopen