Vertalingen uitbroeden NL>DE
uitbroeden (ww.) | ausbrüten (ww.) ; brüten (ww.) ; warmhalten (ww.) |
uitbroeden | Bebrueten ; Brut |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `uitbroeden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedenkenNL: broedenNL: warmhouden