Vertalingen totaal NL>DE
I het totaal
zelfst.naamw.
1) alle bedragen bij elkaar -
Summe (die ~), Gesamtbetrag (der ~) Het totaal bedraagt honderdvijfentwintig euro. - Der Gesamtbetrag ist/lautet hundertfünfzig Euro. In totaal ben je me dertig euro schuldig. - Insgesamt schuldest du mir dreißig Euro. |
2) alles -
Gesamtheit (die ~) het totaal aan mogelijkheden - die Gesamtheit der Möglichkeiten |
II totaal
bijv.naamw.
geheel -
ganz , vollständig een totale omwenteling - eine vollständige Drehung |
III totaal
bijwoord
helemaal -
überhaupt Ik maak me totaal geen zorgen. - Ich mache mir überhaupt keine Sorgen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
totaal (znw.) | die Vollzähligkeit ; die Vollständigkeit ; die Gesamtheit |
het totaal | die Gesamtsumme ; der Gesamtbetrag ; die Endsumme |
totaal | tiefgehend ; weise ; völlig ; vortrefflich ; vollzählig ; vollständig ; vollkommen ; total ; tiefsinnig ; tiefschürfend ; tief ; komplett ; gänzlich ; gründlich ; grundlegend ; gedankenvoll ; ganz ; einschneidend ; eingehend ; absolut ; alle zusammen ; über alles ; total, völlig ; Gesamtsumme ; gesamt ; Endsumme |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Engoi Woordenschatoefeningen; Download IATE, European Union, 2017.; Antiquarian Dictionary; SEG
Voorbeeldzinnen met `totaal`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: absoluutNL: allesNL: belichamingNL: compleetNL: degelijkNL: diepgaandNL: diepgravendNL: eenheidNL: faliekantNL: finaalUitdrukkingen en gezegdes
NL: totale bedrag
DE: Gesamtbetrag (der)NL: totaal beeld
DE: Gesamtbild, Totalbild (das)NL: totale oorlog
DE: totaler KriegNL: totale uitverkoop
DE: gänzlicher Ausverkauf, Totalausverkauf (der)NL: totaal onbekend
DE: völlig unbekanntNL: totaal verschillend
DE: grundverschiedenNL: in
totaal
DE: insgesamt