Vertalingen faliekant NL>DE
faliekant | schief ; verkehrt ; total ; vollkommen ; völlig |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `faliekant`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dikNL: finaalNL: gansNL: geheelNL: hartstikkeNL: helemaalNL: vierkantNL: volstrektUitdrukkingen en gezegdes
NL: faliekant aflopen
DE: schief gehen, ein verkehrtes Ende nehmen