Vertalingen eenheid NL>DE
de eenheid
zelfst.naamw. (v.)
| Uitspraak: | [ˈenhɛit] |
| Verbuigingen: | eenheidheden (meerv.) |
1) hoeveelheid die je als standaard gebruikt om mee te tellen -
Einheit (die ~) munteenheid - Währungseinheit
eenheid van lengte - Längeneinheit
het omrekenen van eenheden - die Umrechnung von Einheiten |
2) zelfstandig onderdeel van een groter geheel -
Einheit (die ~), Geschwader (das ~) | een militaire eenheid - eine Militäreinheit |
 de mobiele eenheid (afgekort ME)
(=speciale afdeling van de Nederlandse politie die optreedt als er relletjes zijn) - Bereitschaftspolizei
|
3) samenhang die je niet kunt delen -
Einheit (die ~) een sterke eenheid vormen - eine starke Einheit bilden
de eenheid van lichaam en geest - die Einheit von Körper und Seele |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de eenheid (v) | die Einheitlichkeit ; die Ähnlichkeit ; die Vollzähligkeit ; die Vollständigkeit ; die Uniformität ; die Homogenität ; die Gleichförmigkeit ; die Gleichartigkeit ; die Gesamtheit ; die Einheit ; die Armeegruppe |
| eenheid | Betrachtungseinheit ; Referat ; Organisation ; numéraire ; einheitlich ; Einheit ; Bezugsgroesse |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `eenheid`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afdelingNL: allesNL: eenstemmigheidNL: eenvormigheidNL: entiteitNL: geheelNL: gelijkvormigheidNL: gezamenlijkheidNL: legerafdelingNL: legereenheid
