Vertalingen titel NL>DE
de titel
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈtitəl] |
Verbuigingen: | titels (meerv.) |
1) naam van een tekst, film of kunstwerk -
Titel (der ~) De titel van het boek is "Honderd jaar eenzaamheid". - Der Titel des Buches ist "Hundert Jahre Einsamkeit". |
een pakkende titel (=een titel die publiek aantrekt) - ein spannender Titel
|
2) toegevoegde kwalificatie aan je naam omdat je van adel bent of een bepaalde universitaire opleiding hebt -
Titel (der ~) 'Ingenieur', 'doctor' en 'master' zijn academische titels. - 'Ingenieur', 'Doktor' und 'Master' sind akademische Titel. een adellijke titel - ein Adelstitel |
3) kwalificatie als kampioen -
Titel (der ~) de titel van landskampioen - der Titel der Landesmeisterschaften |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de titel (m) | der Anfang ; der Anfang einer Brief ; der Anspruchtitel ; die Aufschrift ; der Buchtitel ; die Legende ; der Rechtstitel ; der Titel ; die Titelzeile ; der Überschrift |
titel | Kopfzeile ; Name ; Titel ; der Titel ; Überschrift |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `titel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanhefNL: boektitelNL: graadNL: hoofdNL: naamNL: opschriftNL: rechtNL: rechtstitelNL: rubriekNL: waardigheidstitel