Vertalingen tijdsgewricht NL>DE
het tijdsgewricht | die Epoche ; die Periode ; das Zeitalter ; der Zeitraum |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `tijdsgewricht`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: epochNL: epocheNL: eraNL: periodeNL: tijdperkNL: tijdsverloopNL: tijdvak