Vertaal
Naar andere talen: • EPOCH > ENEPOCH > ESEPOCH > FR
Vertalingen EPOCH NL>DE
epoch (znw.)die Epoche ; die Periode ; das Zeitalter ; der Zeitraum
EPOCH (Afkorting) EPOCH (Afkorting)
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `EPOCH`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: epoche
NL: era
NL: periode
NL: tijdperk
NL: tijdsgewricht
NL: tijdsverloop
NL: tijdvak