Vertalingen stumper NL>DE
de stumper
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈstʏmpər] |
| Verbuigingen: | stumpers (meerv.) |
zielig persoon met wie je medelijden hebt -
Stümper (der ~) © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de stumper (m) | der armer Schlucker ; der Pfuscher ; die Pfuscherin ; der Schuster ; der Stümper ; der Tropf ; der Trottel |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `stumper`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: arme jongenNL: drommelNL: klungelNL: klungelaarNL: krukNL: stakkerNL: stoethaspNL: sukkelNL: zielenpiet
