Vertalingen zielenpiet NL>DE
de zielenpiet (m) | der armer Schlucker ; der Stümper ; der Tropf ; der Trottel |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `zielenpiet`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: drommelNL: stakkerNL: stumperNL: sukkelNL: zielenpoot