streep

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[strep]
Verbuigingen:	strepen (meerv.)

1) lijn die je met een pen of potlood gemaakt hebt - Strich (der ~)

een streep zetten door een stuk tekst dat fout is - eine Textpassage, die falsch ist, durchstreichen

een streep door de rekening (=tegenvaller) - ein Strich durch die Rechnung

een streep zetten onder (=(iets) als beëindigd beschouwen) - einen Strich unter etwas setzen

over de streep trekken (=(iemand) overhalen te doen wat je wilt) - auf seine Seite ziehen

2) smalle baan - Streifen (der ~)

de strepen van een zebra - Zebrastreifen Er viel een streep licht de kamer binnen. - Ein Lichtstreifen fiel ins Zimmer. streepjespyjama - Streifenpyjama

© K Dictionaries Ltd.

de streep	die Linie ; der Streifen ; der Strich
streep	Einriss ; Gedankenstrich ; Gleitstreifen ; Morsestrich ; Pinselstriche ; Schussfehler ; Split ; Streifen ; streifiger ; Strich

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: haal
NL: lijn
NL: linie

NL: een streep door iets zetten DE: einen Strich durch etwas machen
NL: er loopt bij hem een streep door DE: er hat einen Sparren zu viel