Vertalingen staven NL>DE
staven (ww.) | aufzeigen (ww.) ; beipflichten (ww.) ; bejahen (ww.) ; belegen (ww.) ; beweisen (ww.) ; erweisen (ww.) ; nachweisen (ww.) ; vorweisen (ww.) ; vorzeigen (ww.) |
het staven | der Barren ; der Stäbe |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `staven`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aantonenNL: beamenNL: bekrachtigenNL: bevestigenNL: bewijzenNL: documenterenNL: goedkeurenNL: onderschrijvenUitdrukkingen en gezegdes
NL: met redenen
staven
DE: begründenNL: met bewijzen
staven
DE: mit Beweisen bekräftigenNL: met bewijsstukken
staven
DE: belegen