Vertaal
Naar andere talen: • schakel > ENschakel > ESschakel > FR
Vertalingen schakel NL>DE

schakel

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈsxakəl]
Verbuigingen:  schakels (meerv.)

1) elk van de metalen ringen van een ketting - Kettenglied (das ~), Glied (das ~), Schäkel (der ~)
schakelarmband - Gliederarmband

2) iets dat of iemand die de verbinding vormt tussen twee dingen - Bindeglied (das ~)
De zwakke schakel in deze organisatie is de onderlinge communicatie. - Das schwache Bindeglied in dieser Organisation ist die interne Kommunikation.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de schakeldie Beziehung ; das Bindeglied ; das Glied ; das Kettenglied ; der Konnex ; das Verbindungsglied
schakel (c)der Griff ; die Spange
schakel Kettenglied ; Netzriegel ; Spiegelnetz ; Straßenteilstück ; Streckbaum
Bronnen: interglot; Trueterm; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Bouwtermen


Voorbeeldzinnen met `schakel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: connectie
NL: link
NL: manillasigaar
NL: onderling verband
NL: pandoerspel
NL: relatie
NL: ring
NL: samenhang
NL: schalm
NL: verband