Vertalingen rondlopen NL>DE
rondlopen
werkw.
Uitspraak: | [ˈrɔntlopə(n)] |
Verbuigingen: | liep rond (verl.tijd ) heeft rondgelopen (volt.deelw.) |
lopen zonder een bepaald doel -
umherlaufen een beetje rondlopen door de stad - ein wenig in der Stadt umherlaufen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
rondlopen (ww.) | bummeln (ww.) ; herumgehen (ww.) ; herumlaufen (ww.) ; herumschlendern (ww.) ; herumspazieren (ww.) ; schlendern (ww.) ; umherschlendern (ww.) ; wandern (ww.) |
rondlopen | umhergehen ; umherlaufen |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `rondlopen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aflopenNL: afreizenNL: bestaanNL: ijsberenNL: rondslenterenNL: rondwandelenNL: rondwarenNL: rondzwalkenUitdrukkingen en gezegdes
NL: al lang met een plan
rondlopen
DE: sich schon lange mit einem Plan tragen, schon lange mit einem Plan umgehenNL: loop rond!
DE: geh mir!, (kom nou) so blau!, (ach wat) i wo!