Vertalingen ronde NL>DE
ronde
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈrɔndə] |
| Verbuigingen: | rondes (meerv.) |
1) controlebezoek -
Runde (die ~) | de dagelijkse ronde van de zaalarts over de afdeling - die tägliche Runde des Belegarztes über die Station |
2) afgebakend onderdeel van een spel of wedstrijd -
Runde (die ~), Spiel (das ~) Nieuwe ronde, nieuwe kansen! - N eues Spiel, neues Glück! kwalificatieronde - Qualifikationsspiel rondemiss - Hostess (bei Radrennen) We zijn door naar de volgende ronde! - Wir sind eine Runde weiter! de laatste ronde - die letzte Runde |
3) deel van de uitdrukking: -
er doen allerlei verhalen de ronde (=er worden roddels verteld) - es machen allerlei Geschichten die Runde
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de ronde | die Gastspielreise ; die Runde ; der Rundgang ; die Strecke ; die Teilstrecke ; die Tour ; die Tournee |
| ronde | Dienstreise |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `ronde`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afstandNL: baanNL: baanvakNL: etappeNL: omgangNL: padNL: rondgangNL: rondjeNL: routeNL: tourUitdrukkingen en gezegdes
NL: de
ronde doen
DE: die Runde machen DE: (van e. gerucht, verhaal etc.) sich herumsprechenNL: allerlei geruchten doen de
ronde
DE: es gehen allerlei Gerüchte