Vertalingen rekening NL>DE
de rekening
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: | [ˈrekənɪŋ] |
Verbuigingen: | rekeningen (meerv.) |
1) opgave van wat je moet betalen -
Rechnung (die ~) Ober, mag ik de rekening? - Ober, kann ich die Rechnung bekommen? de rekening contant betalen - die Rechnung bar bezahlen |
2) dienst van een bank waarop wordt bijgehouden hoeveel geld je krijgt en uitgeeft -
Bankkonto (das ~), Konto (das ~), Kundenkonto (das ~) een rekening openen - ein Konto eröffnen spaarrekening - Sparkonto |
iets voor je rekening nemen (=jezelf verantwoordelijk vinden voor iets, zorgen dat het gebeurt) - etwas auf seine Kappe nehmen
|
3) deel van de uitdrukking: -
rekening houden met (=je gedrag aanpassen aan) - etwas berücksichtigen
Houd er rekening mee dat hij nog een kind is. - Berücksichtige, dass er noch ein Kind ist.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de rekening (v) | die Faktur ; das Konto ; Rechnung ; die Rechnung |
rekening | Bankkonto ; Rechnung ; Rechnungsbuch |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `rekening`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afrekeningNL: bankrekeningNL: berekeningNL: contoNL: factuurNL: notaNL: verantwoordingUitdrukkingen en gezegdes
NL: particuliere
rekening
DE: Privatrechnung (die)NL: rekening en verantwoording
DE: Rechenschaftsbericht (der)NL: rekening en verantwoording van de penningmeester
DE: die Rechnungslegung des KassenwartsNL: rekening en verantwoording afleggen
DE: Rechenschaft ablegen, Rechenschaftsbericht erstattenNL: met een omstandigheid
rekening houden
DE: einen Umstand berücksichtigen, einem Umstand Rechnung tragenNL: met een gebeurtenis
rekening houden (aan de mogelijkheid ervan denken, erop voorbereid zijn)
DE: mit einem Ereignis rechnenNL: rekening houden met iemand
DE: (hem ontzien) Rücksicht nehmen auf einenNL: (te werk gaan) zonder
rekening te houden met anderen
DE: ohne Rücksicht auf andereNL: in
rekening brengen
DE: berechnen, (figuurlijk) in Anschlag bringenNL: betaling op (af)
rekening
DE: Abschlagszahlung, Anzahlung (die)NL: dat neem ik voor mijn
rekening
DE: das nehme ich auf mich, das übernehme ich, (sta ik voor in) dafür bürge ich