Vertalingen rangschikken NL>DE
rangschikken
werkw.
| Uitspraak: | [ˈrɑŋsxɪkə(n)] |
| Verbuigingen: | rangschikte (verl.tijd ) heeft gerangschikt (volt.deelw.) |
in een bepaalde volgorde plaatsen -
ordnen , sortieren | rangschikken op kleur - nach Farben sortieren |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| rangschikken (ww.) | einordenen (ww.) ; einordnen (ww.) ; einstufen (ww.) ; einteilen (ww.) ; inOrdnungbringen (ww.) ; klassifizieren (ww.) ; ordnen (ww.) ; unterteilen (ww.) |
| rangschikken (werkw.) | ordnen |
| het rangschikken | der Rangordnung ; die Reihenfolge |
| rangschikken | anordnen ; Ordnen ; Phasenfolge ; Sequentialisieren ; verfügen |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `rangschikken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: classificerenNL: groeperenNL: indelenNL: ordenenNL: rangordenenNL: rangschikkingUitdrukkingen en gezegdes
NL: rangschikken onder
DE: rechnen zu, unter (4) DE: zählen zu