Vertaal
Naar andere talen: • pronken > ENpronken > ESpronken > FR
Vertalingen pronken NL>DE
pronken (ww.) auffallen (ww.) ; glänzen (ww.) ; prahlen (ww.) ; protzen (ww.) ; prunken (ww.) ; zeigen (ww.) ; zur Schau stellen (ww.)
pronken (werkw.) prunken
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `pronken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: geuren
NL: paraderen
NL: pralen
NL: prijken
NL: schitteren