Vertaal
Naar andere talen: • geuren > ENgeuren > ESgeuren > FR
Vertalingen geuren NL>DE
geuren (ww.) auffallen (ww.) ; glänzen (ww.) ; prahlen (ww.) ; prunken (ww.) ; riechen (ww.) ; stinken (ww.) ; zeigen (ww.) ; zur Schau stellen (ww.)
geuren Düfte
Bronnen: interglot; SEG


Voorbeeldzinnen met `geuren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: een geur verspreiden
NL: een luchtje hebben
NL: meuren
NL: pralen
NL: pronken
NL: rieken
NL: ruiken
NL: stinken
NL: te kijk lopen met
NL: walmen