Vertalingen polsen NL>DE
polsen
werkw.
Uitspraak: | [ˈpɔlsə(n)] |
Verbuigingen: | polste (verl.tijd ) heeft gepolst (volt.deelw.) |
aan iemand vragen hoe hij of zij over iets denkt -
vorfühlen , sondieren voorzichtig polsen of de buren bezwaar zouden hebben tegen een hoge schutting - vorsichtig vorfühlen, ob die Nachbarn etwas gegen eine hohen Zaun haben würden |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
polsen (ww.) | anklopfen (ww.) ; sondieren (ww.) |
polsen | abfragen ; aufrufen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `polsen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: lodenNL: peilenNL: sonderenNL: vademenUitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand
polsen
DE: einem den Puls fühlen