Vertalingen peilen NL>DE
peilen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈpɛilə(n)] |
| Verbuigingen: | peilde (verl.tijd ) heeft gepeild (volt.deelw.) |
1) onderzoeken wat mensen vinden of voelen -
ausloten , peilen | de stemming peilen - die Stimmung ausloten/peilen |
2) meten hoe hoog of diep iets is -
ausloten , peilen © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| peilen (ww.) | loten (ww.) ; Tiefe peilen (ww.) |
| peilen (werkw.) | peilen ; untersuchen |
| peilen | anpeilen ; auspeilen ; peilen ; Peilvorgang |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `peilen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bepalenNL: lodenNL: metenNL: opmetenNL: polsenNL: sonderenNL: vademenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (jenever, wijn etc. op fust)
peilen
DE: eichen, visierenNL: (wie kan de diepte van hun ellende)
peilen
DE: ergründenNL: (een vliegtuig)
peilen
DE: (in peiling nemen) anpeilen