Vertalingen pesten NL>DE
pesten
werkw.
Uitspraak: | [ˈpɛstə(n)] |
Verbuigingen: | pestte (verl.tijd ) heeft gepest (volt.deelw.) |
(iemand) opzettelijk erg vervelend behandelen -
ärgern , mobben gepest worden op school - in der Schule geärgert/gemobbt werden |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
pesten (ww.) | plagen (ww.) ; zusetzen (ww.) ; wegekeln (ww.) ; tyrannisieren (ww.) ; triezen (ww.) ; striezen (ww.) ; schinden (ww.) ; schikanieren (ww.) ; reizen (ww.) ; provozieren (ww.) ; piesacken (ww.) ; martern (ww.) ; brutal vorgehen (ww.) |
pesten (werkw.) | ärgern ; reizen ; piesacken |
pesten | Bullying ; Schikanen ; Mobbing |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `pesten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: jennenNL: koeionerenNL: kwellenNL: narrenNL: plagenNL: sarrenNL: stangenNL: tartenNL: tergenNL: treiteren