Vertalingen persoonlijk NL>DE
persoonlijk
bijv.naamw.
die of dat bij een bepaalde persoon hoort -
persönlich persoonlijke bezittingen - persönlicher Besitz |
iets persoonlijk afgeven (=zelf iets afgeven, dus niet het laten doen) - etwas persönlich abgeben
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
persoonlijk | personenabhängig ; persönlich (bnw.) ; relativ gesehen ; subjectiv ; aus Fleisch und Blut ; höchstpersönlich ; in echt ; in Person ; zu eigenen Händen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `persoonlijk`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: eigenNL: individueelNL: subjectiefNL: zelf