Vertalingen peilen NL>FR
[ˈpɛilə(n)] [vvt: heeft gepeild]1 onderzoeken wat mensen vinden of voelen - sonder
`de stemming peilen`
tâter le terrain
2 meten hoe hoog of diep iets is - sonder
`peilstok`
jauge
[ˈpɛilə(n)] [vvt: heeft gepeild]1 onderzoeken wat mensen vinden of voelen - sonder
`de stemming peilen`
tâter le terrain
2 meten hoe hoog of diep iets is - sonder
`peilstok`
jauge
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
peilen (ww.) | arpenter (ww.) ; jauger (ww.) ; mesurer (ww.) ; sonder (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `peilen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bepalenNL: lodenNL: metenNL: opmetenNL: polsenNL: sonderenNL: vademen