overbrengen

werkw.

Uitspraak:	[ˈovərbrɛŋə(n)]
Verbuigingen:	bracht over (verl.tijd ) heeft overgebracht (volt.deelw.)

1) (iemand of iets) verplaatsen - überführen , übermitteln , herüberbringen , übertragen

een patiënt overbrengen naar een ander ziekenhuis - einen Patienten in ein anderes Krankenhaus überführen een kaartsysteem overbrengen in een databestand - eine Kartei in eine Datenbank übertragen

2) (een mededeling of boodschap) duidelijk maken - übermitteln , überbringen , vermitteln

de groeten overbrengen - Grüße übermitteln Zo'n ervaring is moeilijk over te brengen aan iemand die het niet heeft meegemaakt. - So eine Erfahrung ist jemandem, der sie nicht miterlebt hat, schwer zu vermitteln.

© K Dictionaries Ltd.

overbrengen (ww.)	befördern (ww.) ; hinüberbringen (ww.) ; kommunizieren (ww.) ; transportieren (ww.) ; übersetzen (ww.) ; übertragen (ww.)
het overbrengen	das Angeben ; das Klatschen ; das Zutragen
overbrengen	überbringen ; übermitteln ; übertragen

Bronnen: interglot; mwb; Download IATE, European Union, 2017.




NL: aanbrengen
NL: besmetten
NL: communiceren
NL: klikken
NL: meedelen
NL: melden
NL: overdragen
NL: overhevelen
NL: translateren
NL: transporteren

NL: alles aan iemand overbrengen DE: (verklikken) einem alles zutragen
NL: (het saldo) op nieuwe rekening overbrengen DE: auf neue Rechnung vortragen
NL: (ik moet mijn meubels nog) overbrengen DE: hinüberbringen
NL: (deze vrachtrijders) brengen ook meubels over DE: transportieren, befördern auch Möbel
NL: (de gesneuvelden) naar het vaderland, (iemand) naar het ziekenhuis overbrengen DE: in die Heimat, ins Krankenhauss überführen
NL: (de misdadiger) naar de gevangenis overbrengen DE: ins Gefängnis abführen
NL: (het bedrijf) naar een andere plaats overbrengen DE: in einen andren Ort verlegen
NL: (een kind) de straat overbrengen DE: über die Straße bringen
NL: (iemand) de rivier overbrengen DE: über den Fluß setzen, bringen