Vertaal
Naar andere talen: • opleiden > ENopleiden > ESopleiden > FR
Vertalingen opleiden NL>DE

opleiden

werkw.
Uitspraak:  ɔplɛidə(n)]
Verbuigingen:  leidde op (verl.tijd ) heeft opgeleid (volt.deelw.)

kennis en vaardigheid voor een beroep bijbrengen - ausbilden
Ze is opgeleid tot vertaler, maar ze doet nu alleen bestuurlijk werk. - Sie ist zur Übersetzerin ausgebildet, aber sie verrichtet jetzt nur noch Managementarbeiten.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
opleiden (ww.) ausbilden (ww.) ; dressieren (ww.) ; schulen (ww.)
opleiden (werkw.) ausbilden
opleiden instruieren
Bronnen: interglot; Wiktionary; Horecagids


Voorbeeldzinnen met `opleiden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: dresseren
NL: grootbrengen
NL: kweken
NL: leiden
NL: onderrichten
NL: opvoeden
NL: scholen
NL: trainen
NL: voorbereiden

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: voor onderwijzer opleiden DE: zum Lehrer heranbilden, ausbilden
NL: (voor een examen) opleiden DE: vorbereiten