Vertalingen omslaan NL>DE
omslaan
werkw.
Uitspraak: | [ˈɔmslan] |
Verbuigingen: | sloeg om (verl.tijd ) |
1) (van een boot) op de zijkant terechtkomen -
kentern , umschlagen Verbuigingen: | is omgeslagen (volt.deelw.) |
Door de harde wind sloeg de zeilboot om. - Durch den starken Wind schlug das Segelboot um/kenterte das Segelboot. |
2) plotseling veranderen -
umschlagen Verbuigingen: | is omgeslagen (volt.deelw.) |
Het weer sloeg ineens om en het begon hard te waaien. - Das Wetter schlug auf einmal um und es begann stark zu wehen. |
3) als kledingstuk om je heen doen -
umschlagen Verbuigingen: | heeft omgeslagen (volt.deelw.) |
een sjaal omslaan - einen Schal umschlagen |
4) omdraaien -
umschlagen , umblättern Verbuigingen: | heeft omgeslagen (volt.deelw.) |
een bladzijde omslaan - eine Seite umschlagen |
5) deel van de uitdrukking: -
Verbuigingen: | heeft omgeslagen (volt.deelw.) |
de kosten hoofdelijk omslaan (=de kosten gelijk verdelen over iedereen) - die Kosten auf jeden Einzelnen umlegen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
omslaan (ww.) | auseinandernehmen (ww.) ; hinabstürzen (ww.) ; kentern (ww.) ; niederfallen (ww.) ; niederschlagen (ww.) ; plötzlich verändern (ww.) ; sich einwickeln (ww.) ; umblättern (ww.) ; umkippen (ww.) ; umschlagen (ww.) ; umwirft (ww.) ; zu Boden schlagen (ww.) |
omslaan | kapzeisen ; kentern ; Umschlagen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `omslaan`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: iemand neerslaanNL: kantelenNL: neerslaanNL: om het lijf slaanNL: ombladerenNL: ombuigenNL: omdoenNL: omkerenNL: omverwerpenNL: onderuithalenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (de stemming, het weer) slaat om
DE: schlägt umNL: (de wagen) sloeg om
DE: schlug um, stürzte um, kippte umNL: de broekspijpen
omslaan
DE: die Hosenbeine umschlagen, die Beinkleider umkrempelnNL: een doek
omslaan
DE: (om zijn schouders) sich ein Tuch umschlagenNL: de hoek
omslaan
DE: um die Ecke biegenNL: (de kosten)
omslaan (over)
DE: umlegen, verteilen (auf (4))NL: (een mantel)
omslaan
DE: unwerfen, umlegen