Vertalingen mopperen NL>DE
mopperen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈmɔpərə(n)] |
| Verbuigingen: | mopperde (verl.tijd ) heeft gemopperd (volt.deelw.) |
klagend praten -
nörgeln , meckern , murren | mopperen op de scheidsrechter - über den Schiedsrichter meckern |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| mopperen (ww.) | brummeln (ww.) ; brummen (ww.) ; brutzeln (ww.) ; grunzen (ww.) ; jammern (ww.) ; knurren (ww.) ; meckern (ww.) ; murren (ww.) ; plärren (ww.) ; schimpfen (ww.) |
| mopperen (werkw.) | murren ; nörgeln |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `mopperen`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: brommenNL: kankerenNL: klagenNL: morrenNL: over iets mopperenNL: pruttelen
