Vertaal
Naar andere talen: • managen > ENmanagen > ESmanagen > FR
Vertalingen managen NL>DE
managen (ww.) anführen (ww.) ; bewältigen können (ww.) ; dirigieren (ww.) ; führen (ww.) ; gewachsen sein (ww.) ; leiten (ww.) ; verwalten (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `managen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanvoeren
NL: besturen
NL: fiksen
NL: iets aankunnen
NL: leiden
NL: leiding geven
NL: runnen
NL: voorzitten