Vertaal
Naar andere talen: • managen > DEmanagen > ENmanagen > FR
Vertalingen managen NL>ES
managen (ww.) dirigir (ww.) ; encabezar (ww.) ; enfocar y tratar (ww.) ; estar en cabeza (ww.) ; gobernar (ww.) ; guiar (ww.) ; ir a la cabeza (ww.) ; ir delante (ww.) ; mandar (ww.) ; manejar (ww.) ; percibir y manejar (ww.) ; poder con (ww.) ; poder llevar (ww.) ; tener roce con (ww.) ; tener trato con (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `managen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanvoeren
NL: besturen
NL: fiksen
NL: iets aankunnen
NL: leiden
NL: leiding geven
NL: runnen
NL: voorzitten