Vertaal
Naar andere talen: • losscheuren > ENlosscheuren > ESlosscheuren > FR
Vertalingen losscheuren NL>DE
losscheuren (ww.) abbrechen (ww.) ; abreißen (ww.) ; aufbrechen (ww.) ; aufreißen (ww.) ; einreißen (ww.) ; losreißen (ww.) ; reißen (ww.) ; wegreißen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `losscheuren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: losrukken
NL: lostrekken
NL: openrijten
NL: openscheuren
NL: rijten