Vertalingen losscheuren NL>ES
losscheuren (ww.) | arrancar (ww.) ; desgarrar (ww.) ; desgarrarse (ww.) ; rasgar (ww.) ; romper (ww.) ; separar (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `losscheuren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: losrukkenNL: lostrekkenNL: openrijtenNL: openscheurenNL: rijten