Vertalingen openscheuren NL>DE
openscheuren (ww.) | aufbrechen (ww.) ; aufreißen (ww.) ; einreißen (ww.) ; reißen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `openscheuren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: losscheurenNL: openhalenNL: openrijtenNL: rijtenNL: scheuren