Vertaal
Naar andere talen: • kwakkelen > ENkwakkelen > ESkwakkelen > FR
Vertalingen kwakkelen NL>DE

kwakkelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈkwɑkələ(n)]
Verbuigingen:  kwakkelde (verl.tijd ) heeft gekwakkeld (volt.deelw.)

1) (van het weer) dan weer vriezen dan weer dooien - abwechselnd frieren und tauen , Temperaturen rund um den Gefrierpunkt
Het blijft maar kwakkelen. - Es gibt weiterhin Temperaturen um den Gefrierpunkt.

2) steeds weer problemen hebben - kränkeln
kwakkelen met je gezondheid - kränkeln
Dat bedrijf blijft maar aan het kwakkelen. - Dieser Betrieb kränkelt weiter.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
kwakkelen (ww.) kränkeln (ww.) ; kränklich sein (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `kwakkelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: sukkelen
NL: tobben