Vertaal
Naar andere talen: • kriebelen > ENkriebelen > ESkriebelen > FR
Vertalingen kriebelen NL>DE

kriebelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈkribələ(n)]
Verbuigingen:  kriebelde (verl.tijd ) heeft gekriebeld (volt.deelw.)

1) door lichte aanraking een beetje jeuk veroorzaken - kitzeln , kribbeln
Mijn wollen das kriebelt in mijn nek. - Meine Wolljacke kribbelt im Nacken.

2) met kleine letters schrijven - kritzeln
iets op een papiertje kriebelen - etwas auf einen Zettel kritzeln

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
kriebelen (ww.) jucken (ww.) ; kitzeln (ww.) ; krabbeln (ww.) ; kribbeln (ww.)
kriebelen kritzeln
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `kriebelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: jeuken
NL: kietelen
NL: krabbelen
NL: prikkelen