Vertalingen jeuken NL>DE
jeuken (ww.) | jucken (ww.) ; kitzeln (ww.) ; krabbeln (ww.) ; kribbeln (ww.) |
jeuken (werkw.) | jucken |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `jeuken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: kriebelenUitdrukkingen en gezegdes
NL: mijn rug jeukt
DE: der Rücken juckt michNL: mijn vingers
jeuken
DE: die Finger jucken mirNL: mijn maag begint te
jeuken
DE: mir knurrt der Magen