Vertaal
Naar andere talen: • knak > ENknak > ESknak > FR
Vertalingen knak NL>DE
de knak (m) der Bruch ; der Knacks ; der Sprung
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `knak`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: barst
NL: breuk
NL: haag
NL: knik
NL: kreupelhout
NL: scheur

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: (zijn gezondheid heeft) een knak gekregen DE: einen Knacks bekommen
NL: (de handel, het vertrouwen heeft) een geduchte knak gekregen DE: einen schweren Stoß erlitten