Vertaal
Naar andere talen: • klitten > ENklitten > ESklitten > FR
Vertalingen klitten NL>DE
klitten (ww.) ankleben (ww.) ; anleimen (ww.) ; festkleben (ww.) ; haften (ww.) ; heften (ww.) ; kleben (ww.) ; leimen (ww.) ; zusammenkleben (ww.)
klitten kletten
Bronnen: interglot; SEG


Voorbeeldzinnen met `klitten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aan elkaar hangen
NL: aaneenplakken
NL: kleven
NL: plakken
NL: samenplakken
NL: vastlijmen
NL: vastplakken