Vertalingen keten NL>DE
I keten
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈketə(n)] |
Verbuigingen: | -en, -s (meerv.) |
1) ketting met zware schakels -
Kette (die ~) een gevangene met ketenen aan de muur vastmaken - einen Gefangenen mit Ketten an die Wand festketten |
2) reeks van elkaar opvolgende gebeurtenissen of processen -
Kette (die ~) een keten van geweld veroorzaken - eine Welle der Gewalt verursachen De hele keten van productie tot verkoop moet transparant zijn voor de consument. - Die gesamte Kette von Produktion bis zum Verkauf muss für den Konsumenten transparent sein. |
3) groep bedrijven met dezelfde producten en dezelfde uitstraling -
Handelskette (die ~), Kette (die ~) hotelketen - Hotelkette winkelketen - Ladenkette |
II keten
werkw.
Uitspraak: | [ˈketə(n)] |
Verbuigingen: | keette (verl.tijd ) heeft gekeet (volt.deelw.) |
met veel plezier en herrie er een troep van maken -
randalieren We hebben tijdens de geschiedenisles weer lekker zitten keten. - Wir haben während der Geschichtsstunde wieder ganz schön randaliert. |
Synoniem: | keet (2) schoppen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de keten | die Folge ; die Verkettung ; die Serie ; die Reihenfolge ; die Ladenkette ; die Kette ; der Kette ; die Handschellen ; die Handelskette ; die Halskette ; die Erkettung ; die Aneinanderreihung ; die Abfolge |
keten | Kette ; Stromkreis ; String ; Stationskette ; Sequenz ; Leitung |
Bronnen: interglot; Horecagids; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `keten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aaneengeschakelde ringen om iemaNL: aaneenschakelingNL: bergschurenNL: boeiNL: donderjagenNL: halssieraadNL: kettingNL: kluisterNL: loodsenNL: reeks