Vertalingen ketting NL>DE
ketting
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈkɛtɪŋ] |
Verbuigingen: | kettingen (meerv.) |
aantal ringen of schakels die aan elkaar vastzitten -
Kette (die ~) Ze draagt een gouden ketting om haar hals. - Sie trägt eine goldene Kette um ihren Hals. een hek met een ketting afsluiten - ein Tor mit einer Kette abschließen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de ketting (v) | die Kette |
de ketting | die Antriebskette ; die Fessel ; die Halskette ; die Halsschnur ; die Handschellen ; die Kette ; die Verkettung |
ketting | Anbindevorrichtung ; Anbindung ; Kaskade ; Kette ; Kettenkranz ; Kettfadenstreckung ; Laschenkette |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `ketting`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aaneengeschakelde ringen om iemaNL: aaneenschakelingNL: boeiNL: collierNL: halskettingNL: halssieraadNL: halssnoerNL: ketenNL: kettinkjeNL: kluisterUitdrukkingen en gezegdes
NL: aan de
ketting leggen
DE: an die Kette legen, (schip: in beslag nemen) mit Beschlag belegen