Vertaal
Naar andere talen: • juist > ENjuist > ESjuist > FR
Vertalingen juist NL>DE

I juist

bijv.naamw.
Uitspraak:  [jœyst]

als iets is zoals het moet zijn - richtig , korrekt , passend
een juist antwoord op een vraag geven - eine richtige Antwort auf eine Frage geben
Het is een juist besluit geweest om hem van school te sturen. - Es war der richtige Beschluss, ihn von der Schule zu nehmen.


II juist

bijwoord
Uitspraak:  [jœyst]

1) <als woord dat een ander woord versterkt>
- gerade
Juist nu is het weer om te gaan zeilen. - Gerade jetzt ist es Segelwetter.
Neem toch vrij, juist omdat je zo moe bent. - Nimm doch frei, gerade weil du so müde bist.
Ze zijn zeer integer. Juist daarin onderscheiden ze zich van veel anderen. - Sie sind sehr integer. Gerade darin unterscheiden Sie sich von vielen anderen.

2) <als woord om een tegenstelling uit te drukken>
- gerade
Hij gaat nu met verkeerde vrienden om, terwijl hij vroeger juist zo braaf was. - Er hat jetzt die falschen Freunde, während er früher doch so lieb war.
Waarom ben je zo negatief over je prestaties, het gaat juist heel goed. - Warum denkst du so negativ über deine Leistungen? Es geht doch sehr gut.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
juist richtig ; richtig ; haargenau ; wahr ; vorhin ; tadellos ; soeben ; recht ; prezies ; peinlich genau ; passend ; neulich ; korrekt ; akkurat ; Gut ; gewissenhaft ; gerade eben ; Gerade ; genau ; gemessen ; geeignet ; entsprechend ; einwandfrei ; eben noch ; eben ; angemessen
Bronnen: mwb; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `juist`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanstonds
NL: accuraat
NL: adequaat
NL: billijk
NL: correct
NL: daarnet
NL: daarstraks
NL: dadelijk
NL: exact
NL: gepast

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: de juiste man daarvoor DE: der rechte Mann dazu
NL: (het hart) op de juiste plaats (hebben) DE: auf dem rechten Fleck
NL: ('t is) juist (1 uur) DE: eben, gerade
NL: (een woord) juist schrijven DE: richtig schreiben
NL: juist op tijd DE: gerade zur rechten Zeit
NL: juist van pas DE: gerade recht
NL: (dat is het) nu juist waar het op aankomt DE: gerade (eben), worauf es ankommt
NL: (niet gaan? integendeel) nu juist (wel) DE: nun erst recht!
NL: (de steen viel) juist (= vlak) voor me DE: gerade vor mir nieder
NL: juist (hetzelfde) DE: gerade, genau