Vertalingen ingaan NL>DE
ingaan
werkw.
Uitspraak: | [ˈɪnxan] |
Verbuigingen: | ging in (verl.tijd ) is ingegaan (volt.deelw.) |
beginnen -
beginnen De huurtermijn gaat op 1 oktober in. - Mietbeginn ist der 1. Oktober. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ingaan (ww.) | einsteigen (ww.) ; steuern (ww.) ; reagieren (ww.) ; inKrafttreten (ww.) ; hinzukommen (ww.) ; hineinlaufen (ww.) ; hineingehen (ww.) ; hereinlaufen (ww.) ; hereinkriegen (ww.) ; hereinkommen (ww.) ; eintreten (ww.) ; einlaufen (ww.) ; einlassen (ww.) ; einkommen (ww.) ; eingehen (ww.) ; einfahren (ww.) ; eindringen (ww.) |
ingaan (werkw.) | hineingehen ; eingehen ; beginnen |
het ingaan | das Anfangen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `ingaan`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beginnenNL: betredenNL: binnengaanNL: binnenkomenNL: binnenlopenNL: binnenstappenNL: binnentredenNL: inkomenNL: reagerenNL: van kracht wordenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (bij iemand)
ingaan en uitgaan
DE: ausgehen und eingehenNL: de tuin
ingaan
DE: in den Garten (hinein)gehenNL: de deur
ingaan
DE: zur Tür hineingehenNL: (dit artikel) gaat er goed in
DE: geht gut abNL: op iets
ingaan
DE: auf etwas (4) eingehenNL: (de huur zal 1 mei)
ingaan
DE: anfangenNL: tegen iemand
ingaan
DE: sich gegen einen wehren, (z. verzetten) sich einem widersetzen