Vertalingen inkomen NL>DE
I het inkomen
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈɪnkomə(n)] |
| Verbuigingen: | inkomens (meerv.) |
geld dat je krijgt met werken of door een uitkering -
Einkommen (das ~) een modaal inkomen verdienen - ein durchschnittliches Einkommen haben minimuminkomen - Mindestlohn |
II inkomen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈɪnkomə(n)] |
| Verbuigingen: | kwam in (verl.tijd ) is ingekomen (volt.deelw.) |
binnenkomen -
eingehen | inkomende en uitgaande post - eingehende und ausgehende Post |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het inkomen | die Besoldung ; das Einkommen ; die Einkünfte ; die Erwerbseinkünfte ; der Gehalt ; der Lohn ; das Monatslohn ; der Verdienst |
| inkomen | Einkommen ; das Einkommen ; Ertrag ; Erträgnisse |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `inkomen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: arbeidsinkomenNL: bestaanNL: bezoldigingNL: binnengaanNL: binnenkomenNL: binnenlopenNL: gageNL: honorariumNL: ingaanNL: inkomen uit ondernemingUitdrukkingen en gezegdes
NL: (hij kwam) de deur in
DE: zur Tür hereinNL: daar komt niets van in
DE: daraus wird nichtsNL: inkomende rechten
DE: Einfuhrzoll, Eingangszoll (der)NL: ingekomen post
DE: Posteinlauf (der)