Vertaal
Naar andere talen: • goedmaken > ENgoedmaken > ESgoedmaken > FR
Vertalingen goedmaken NL>DE
goedmaken (ww.) montieren (ww.) ; erstatten (ww.) ; fixen (ww.) ; flicken (ww.) ; hinkriegen (ww.) ; honorieren (ww.) ; innovieren (ww.) ; kompensieren (ww.) ; korrigieren (ww.) ; ersetzen (ww.) ; renovieren (ww.) ; reparieren (ww.) ; verbessern (ww.) ; wiederaufbauen (ww.) ; wiedereinsetzen (ww.) ; wiedergutmachen (ww.) ; wiederherstellen (ww.) ; erneuern (ww.) ; entgelten (ww.) ; einbringen (ww.) ; deichseln (ww.) ; bessern (ww.) ; berichtigen (ww.) ; belohnen (ww.) ; beilegen (ww.) ; ausbessern (ww.) ; ausbauen (ww.) ; aufbessern (ww.) ; aufarbeiten (ww.) ; abhelfen (ww.)
het goedmakendas Gutmachen ; das Ausgleichen
goedmaken Wiedergutmachung
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `goedmaken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: beteren
NL: bijleggen
NL: bijspijkeren
NL: bijwerken
NL: compenseren
NL: corrigeren
NL: fiksen
NL: herstellen
NL: herzien
NL: inhalen