Vertaal
Naar andere talen: • gezag > ENgezag > ESgezag > FR
Vertalingen gezag NL>DE

het gezag

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [xəˈzɑx]

1) persoon of instantie die officieel de macht heeft - Autorität (die ~), Macht (die ~), Gewalt (die ~)
het ouderlijk gezag over de kinderen - die elterliche Gewalt über die Kinder
het bevoegd gezag van de overheid - die zuständige Behörde der Regierung
uitdrukking op eigen gezag

2) toestand dat mensen naar je luisteren door je kwaliteiten en prestaties - Autorität (die ~)
veel gezag hebben bij je collega's - unter den Kollegen Autorität genießen
De overheid heeft steeds minder gezag bij het volk. - Die Regierung genießt stets weniger Autorität beim Volk.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
het gezagdie Herrschaft ; die Staatsmacht ; die Staatsführung ; die Sammlung ; die Regierung ; die Obrigkeit ; die Macht ; die Kunstgalerie ; die Kapazität ; die Gewalt ; die Galerie ; die Behörde ; der Befehlshaber ; die Autorität ; das Ansehen
gezag Anordnungsbefugnis ; Weisungsrecht
Bronnen: interglot; Engoi Woordenschatoefeningen; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `gezag`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: autoriteit
NL: autoriteiten
NL: gezaghebbers
NL: gouvernement
NL: heerschappij
NL: kabinet
NL: macht
NL: regering

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: het openbaar gezag DE: die Obrigkeit
NL: gezag genieten DE: Autorität genießen
NL: het gezag voeren over DE: den Befehl führen über
NL: (zijn woord) heeft gezag DE: ist maßgebend
NL: op eigen gezag DE: eigenmächtig
NL: op gezag (van een schrijver) DE: auf die Gewähr
NL: het geloven op gezag DE: der Autoritätenglaube
NL: een man van gezag DE: eine Autorität